Brandy

Brandy, het Engelse woord voor brandewijn, is een verzamelnaam voor verschillende dranken die gemaakt zijn door een licht alcoholhoudende drank te distilleren. Vroeger is men begonnen met het maken van brandewijn om houdbare producten, zoals bijvoorbeeld wijn, langer houdbaar te maken. Het idee was om het later weer te verdunnen door er water aan toe te voegen en dan dezelfde smaak terug te krijgen als het product had voor distillatie. Die vlieger ging natuurlijk niet op. Initieel leek de brandewijn een mislukt concept, tot men erachter kwam dat de brandy veel baat had bij rijping op eikenhout. Sindsdien is de productgroep niet meer weg te denken uit de wereld van gedistilleerde dranken. Veel landen hebben een eigen cultuur rondom het maken van drank en zodoende zijn er ontelbaar veel verschillende soorten brandy. De termen brandy en eau de vie worden dan ook vrij makkelijk door elkaar gebruikt.

De productie van Brandy is grotendeels vergelijkbaar met de productie van andere distillaten. Het begint allemaal met het hebben van een product waar vergistbare suikers in zitten. In het geval van druiven, waar veel brandy van gemaakt wordt, zitten de suikers in het hart van de druif. De gist zit al in de schil van de druif. Bij het persen van de druiven komen de suikers en de gist dus al meteen bij elkaar, en begint het vergistingsproces. De liefhebbers van wijn zullen hier een herkenbaar verhaal lezen, dit is namelijk ook de manier waarop wijn geproduceerd wordt. Belangrijk is de vergistingsperiode die aangehouden wordt, en de hoeveelheid suikers die de druif bevat. Soms wordt er exta suiker en/of gist toegevoegd om het rendement van de productie te verhogen.

Wanneer er een alcoholhoudende wijn of drank ontstaan is kan deze gedistilleerd worden. Aan de distillateur de keuze om te kiezen voor een pot still of een distillatiekolom, een enkelvoudige of dubbele distillatie, etc. Het uiteindelijke product is een doorzichtige

drank met een alcoholpercentage van tussen de 55% en 95%, afhankelijk van de gemaakte keuzes. Uiteraard hebben deze keuzes invloed op het eindresultaat. Hoe hoger het alcoholpercentage hoe minder er overgebleven is van de basisgrondstof (de druiven) en hoe groter het aandeel van de vatrijping in het eindproduct.

De nieuwe spirit gaat met een alcoholpercentage van tussen de 55% en 75% op het vat. Wanneer de spirit na distillatie een alcoholpercentage heeft van hoger dan 75% dan wordt deze aangelengd met water om op het gewenste percentage te komen. Reden hiervoor is dat een hoger alcoholpercentage zorgt voor een groter angels share, en dat de interactie tussen hout en drank niet optimaal is als het alcoholpercentage te hoog is. Het wordt simpelweg minder lekker.

Vaak is de vatkeuze afhankelijk van het eindproduct, wat sterk afhangt van de plaats waar het gemaakt wordt en hetgeen er van oudsher veel voor handen was. Zo worden armagnac en cognac gerijpt op vaten van Europees eiken uit de bossen uit de buurt, Spaanse brandy wordt vaak op sherry vaten gerijpt, etc. Tegenwoordig zien we hier wel meer variatie in omdat er meer verschillende vaten voor handen zijn, en producenten op zoek zijn naar mooie smaken die ze onderscheiden van de rest van de markt.